Begur ligt tegen de hellingen van een ruim 200 m hoge heuvel. Boven op deze heuvel ligt al sinds de 11e eeuw een kasteel. Het ligt een beetje landinwaarts en daardoor op een strategische positie om weerstand te kunnen bieden aan piraterij vanuit zee die in de 16e en 17e eeuw deze kuststreek teisterde.

Toen bleek dat het kasteel niet voldoende was om de masias rond Begur te verdedigen tegen de aanhoudende piraterij, leidde dit tenslotte tot een verdedigingssysteem met wachttorens. Van de 10 torens die Begur ooit telde zijn er nog 5 verspreid over het stadje te vinden.

Mas Pinc. Een mooi voorbeeld is de toren bij Mas Pinc even buiten het stadje. Er is een cultureel centrum in gevestigd.
Een andere toren staat bij het Casa Pella i Forgas, genoemd naar een historicus die hier ooit gewoond heeft.

De defensie- of wachttorens hebben meestal twee of drie verdiepingen die met ophaalbare ladders bereikbaar zijn. De openingen tussen de verdiepingen zijn heel nauw. Zodoende is het voor de piraten zeer moeilijk naar boven te komen. Meer over torres .

Plaça de la Vila, een geschikte plaats om na de wandeling naar het kasteel even neer te strijken op een van de vele terrasjes van het gezellige centrum.
Het tegenwoordige Begur is een levendig en sfeervol stadje. Rond de laat gotische kerk, de Església de Sant Pere, zijn een tweetal pleintjes met rondom terrasjes. Aan de zijstraatjes bevinden zich een verscheidenheid aan restaurantjes die vooral in de weekenden druk door mensen uit de wijde omgeving bezocht worden.

De wandeling naar het kasteel voert langs een aantal van deze herenhuizen en wat hogerop staan witte huizen die het straatje een Andalusische aanblik geven.

Rond Begur zijn veel vakantieverblijven (Aiguafreda, Aiguablava, Fornells, Sa Riera, Sa Tuna), toch is de schoonheid van dit deel van de kust niet aangetast en is het landschap bespaard gebleven van de verwoestende werking van het massatoerisme, zoals dat wel is gebeurd op een aantal plaatsen in het zuidelijk van Palamós gelegen deel van de Costa Brava.